Familie

Ik ben opgegroeid met aardig wat stoffen dierenknuffels gemaakt door mijn peettante, een zus van mijn vader. Een andere tante gaf mijn moeder ooit een kunstig, met hele kleine kralen bestikt tasje dat nu in mijn eigen kast ligt te pronken. Mijn vader zelf is op latere leeftijd begonnen met schrijven. Creativiteit is kennelijk belangrijk binnen mijn familie van vaders kant. Omdat in die familie echter nogal wat karakters botsten zijn de onderlinge contacten niet altijd even frequent of hecht geweest. In de laatste jaren van haar leven leerde ik echter die tante van dat tasje wat beter kennen, mijn vaders op een na jongste zus. Zij bleek als een razende te kunnen haken, breien en borduren. De eerste keer dat ik, na vele jaren weinig contact, weer eens bij mijn tante op bezoek kwam, kon ik met eigen ogen zien hoe vol haar huis stond met van het fijnste garen gemaakte kleedjes, lampekappen en schilderijtjes.

Borduren

Haar handen stonden nooit stil en ze gaf haar werken vaak met liefde weg. Ze borduurde onder andere voor mijn twee kinderen het (door mij getekende) geboortekaartje na, op een ledikantlakentje. Ik stuurde na ontvangst van het lakentje voor mijn jongste, nu alweer acht jaar geleden, als dank een paar van mijn zelfgetekende kaarten. Waarop van haar kant weer de vraag kwam of ik het leuk zou vinden als ze voor mij zo’n tekening zou borduren. Ik stuurde haar wat kleurenkopieën van mijn tekeningen en zij koos er een uit. Die keuze was deels ingegeven door wat ze dacht aan te kunnen. Ik werk veel met in elkaar overvloeiende kleuren, en dat werd met borduurgaren wat ingewikkeld. De tekening die mijn tante uitkoos om te borduren is vooral uit eenkleurige vlakken samengesteld. Ik had me bij het tekenen van deze mandala laten inspireren door kunstenaar Charles Rennie Mackintosh (1868-1928). Voor mij was het een mandala vol plezier en schoonheid. Ik denk graag (en hoop) dat ze die positieve emoties ook heeft gezien en mee heeft laten wegen in haar keuze….

In een lijstje

Al na enkele weken stuurde mijn tante me per post een stuk laken met daarop “onze mandala”. Tante had mijn tekening nauwkeurig met borduurgaren op dat laken gezet. Ik heb het in een lijstje gedaan en dat opgehangen. Korte tijd daarna bleek dat mijn tante kanker had. Ze werd opgenomen in een hospice. Omdat ik zelf niet zo mobiel ben kon ik niet meer op bezoek. Ik heb haar gebeld. Ik moest daarvoor wel even wat moed bijeen rapen. Want wat zeg je tegen iemand die over een paar maanden dood is? Ik had er niet zo hard over na hoeven te denken. Ze was me voor en zei: “Het is goed zo”. Ze heeft voor alle mensen in het hospice nog engeltjes gehaakt en is daarna overleden. Een sterke dame. Aan de koffietafel na de begrafenis raakte ik met enkele nichten in gesprek en bleken ook zij te tekenen of te kantklossen, kortom, die creatieve inslag te hebben. Mijn oudste zoon heeft wat met origami. Mijn jongste zoon tekent graag. En zo gaat de familielijn weer verder. Ieder creatief op een eigen manier.

Elke keer als ik nu met aandacht naar het borduurwerk kijk, denk ik toch even aan die tante, aan mijn creatieve nichten en aan wat mijn zonen maken met en op papier. Dan voel ik me een klein deel van dat grotere familie-geheel. Die mandala maakt nu veel meer bij me los dan alleen plezier en schoonheid.

(aug 2012)