Golven

Sinds ik teken heb ik een groeiende obsessie met patronen en vormen. Zijn we op vakantie, sta ik opeens volop foto’s te maken van dakpannen op een kerk of van de kiezelstenen op het vakantiestrand. Nu ben ik degene die tijdens vakanties het fototoestel meestal vast heeft en sta ik weinig op die vakantiefoto’s. Maar ook bekende bezienswaardigheden of mijn gezinsleden niet altijd. Nee: bladeren op de grond, rijen ramen, een muur van bakstenen met mooie kleuren, bakken appels op een markt. Dat zijn ook mijn vakantiefoto’s.

Ik prijs me tegenwoordig gelukkig met mijn mobieltje met goede fotomogelijkheden. In de tijd van het analoge fototoestel maakte ik wel eens een of twee foto’s met enkel takjes van een struik of rare vormen stoeptegels. Maar digitaal ken ik bijna geen grenzen. Wanneer we de vakantiefoto’s dan aan vrienden laten zien vragen die zich ongetwijfeld af wat er nu zo interessant is aan 5 foto’s van schijnbaar dezelfde kiezels, maar ik kan er zelf lang naar kijken en er door geïnspireerd raken.

Het kan ook storend zijn. Zit ik tv te kijken, naar een interview met een politicus, kan ik met mijn aandacht helemaal afdwalen naar een mooi betegelde muur in de achtergrond. Dan zit ik die lijnen te volgen en weet ik na afloop van het interview echt niet wat er eigenlijk is besproken, laat staan dat ik er een geïnformeerde mening over kan geven.. En dat is natuurlijk niet handig.

Mijn obsessie neemt soms zelfs gevaarlijke vormen aan. Rijdend langs de gracht, waarin een klein bootje grote golven veroorzaakte, had ik enkel oog voor de beweging van het water. Dat had een fascinerend effect op de weerschijn van de gebouwen die stonden aan de rand van die gracht. Er ontstonden een soort organische uitlopers en gaten in de gebouwen zoals die in de golven te zien waren. Ik probeerde de vormen die ontstonden, met mijn ogen zo goed mogelijk te volgen en in mijn geheugen te prenten. Zo intensief was ik ermee bezig dat ik mezelf op een bepaald moment echt tot de orde moest roepen om ervoor te zorgen dat ik niet tegen een boom aan zou rijden. In de dagen daarna heb ik tijd gezocht om die golvende gebouwen in een mandala te verwerken.

Toen ze eenmaal in mijn mandala stonden ging er ook in mijn hoofd een knopje om. Het is wellicht niet voor niets dat ik juist op dat moment zo door deze vervormende lijnen getroffen werd. In mijn leven waren de dingen ook aan het schuiven en vervormen. Mijn ouders hadden meer zorg nodig, mijn kinderen steeds minder. Mijn vrijwilligerswerk veranderde. Ik kreeg op veel vlakken nieuwe rollen en taken.  Ik moest hoe dan ook meeveranderen als ik overeind wilde blijven. Tot er weer een wat vaster patroon ontstond en ik me weer in wat rechtere lijnen en richtingen kon voortbewegen. Maar Op het moment van tekenen boog en bewoog ik maar mee op de golven van wat er gebeurde.

(zomer 2013)

Ga terug naar het overzicht