In de stemming

Je ruimt de tafel op, pakt je tekenblok en je potloden en je gaat er eens voor zitten. Een nieuwe mandala. En dan lukt ‘t niet. Mijn gedachten dan afdwalen naar de strijk die er nog ligt, ik bedenk opeens dat ik nog een vriendin moet bellen of nog oppas moet regelen. Kortom, ik ben overal mee bezig behalve met het hier-en-nu en met mijn tekenpapier. Ik steek een wierrookstokje aan, maar na 5 minuten blaas ik dat maar weer uit en vertrek naar boven, naar de strijkplank. Wat is dat toch?

Rust

Om een mandala te tekenen moet ik in de stemming zijn. Maar wat is die stemming is, wanneer lukt het me wél? Dat zal voor iedereen verschillend zijn. Bij mij is er een bepaalde mate van rust nodig. Ik ben een mens dat haar dagen zo vol mogelijk propt. Dat gaat deels vanzelf, ik heb twee zonen die aandacht nodig hebben; ze hebben huiswerk en moeten vervoerd naar vrienden of clubjes. Daar gaat veel moeder-tijd in zitten. Ik heb vrijwilligerswerk, ouders die zorg en aandacht behoeven, een huishouden. Ach, net als jij, lezer, waarschijnlijk te veel om op te noemen waar al je uren op een dag mee gevuld kunnen worden. En tijd voor jezelf of een mandala schiet er dan wel eens bij in.

Maar aan de andere kant: ik vind mijn rust soms ook in woelige tijden terug, juist in het tekenen van een mandala. Er zijn dagen dat het wel lukt, dat ik de strijk kan laten waar ie is en mezelf de tijd en aandacht kan geven die ik soms nodig hebt. Mezelf, en niet iets of iemand anders. En dat is denk ik de crux: de beslissing of zelfs de toestemming om even alleen te zijn, zonder andere mensen, zonder de verplichtingen die je soms voelt. Het is echt een moment, een kadootje, voor mezelf. Om zo even tot mezelf te (mogen) komen. Soms gaat het nog dieper en is het voor mij een manier om stil te (kunnen) staan bij wat er speelt in mijn leven.

Slecht nieuws

Deze mandala heb ik zitten tekenen in een tijd dat ik slecht nieuws te verwerken kreeg. Mijn rug is zodanig aan het verslijten dat er weinig meer aan te doen is. Enkel opereren of zware medicijnen zouden kunnen helpen. Maar wat ook zou helpen is, dat ik eindelijk eens onder ogen zou zien dat ik mijn dagelijkse leven beter aan moet passen aan wat ik nog wel kan en niet meer kan. In mijn mandalakring werd in maart als opdracht voor een te tekenen mandala “vlinders” aangereikt. In deze mandala staan er volop. Tijdens het tekenen ervan heb ik zitten denken over mijn leven. Heb ik het slechte nieuw toe kunnen laten en ben er een beetje ingegroeid. Terwijl ik mijn aandacht had bij het inkleuren realiseerde ik me, dat ik uiteindelijk  wel het vertrouwen in mezelf had dat ik mijn weg weer zou gaan vinden. Ondanks het slechte nieuws genoot ik volop van het kleuren van mijn vlinders.

Drijven

En ik bén nu weer op de goede weg. Ik heb besloten meer tijd uit te gaan trekken voor mezelf en het in conditie houden van het lijf. Ik ben wekelijks gaan zwemmen, heb een therapeut ingeschakeld. Dat komt toch een beetje door die vlindermandala. Het tekenen en kleuren heeft me geholpen om even te drijven in mijn gedachten, mezelf tijd te geven om te mijmeren en tot rust te komen. Uiteindelijk werd die mandala een soort reddingsboei. Ik heb er even houvast aan gehad, en ik kan nu weer verder. De stemming zit er weer in.

NB: In gewijzigde vorm verscheen dit artikel in het blad van de Nederlandse Mandalavereniging, zomer 2014, nr 114.