Sint

Eind november  was er weer een avond met mijn mandalakring. Elke keer komen we bij iemand thuis samen en verzint een van ons een opdracht. Ik vind het soms wel moeilijk om direct op die opdracht te moeten reageren en te gaan tekenen. Liever broed ik enkele dagen voor ik ga tekenen, en soms is sluit zo’n opdracht niet aan bij je bezigheden of stemming. Ook deze keer was ik onaangenaam verrast. Rie opperde het idee om sinterklaas in de mandala te verwerken. Ik vond het maar niks. Het werd echter niet de eerste keer dat de tekening die uit zo’n mandala-avond resulteerde me werkelijk wat deed.  Je wordt uit je standaardmanieren getrokken met zo’n opdracht van een ander. En dan kom je soms verder dan wanneer je in je eigen vertrouwde tekenmanieren en –vormen blijft zitten.

5 december

Ook nu ben ik met frisse tegenzin begonnen aan een mandala met sinterklaas als thema en werd ik gaandeweg steeds blijer met het onderwerp. Toen ik die avond naar huis ging was ik net begonnen de in fineliner opgezette lijnen te voorzien van kleur. De dagen erna heb ik ervan genoten. Mijn jongste zoon, die toch al 2 jaar op de hoogte is van de werkelijkheid rond sinterklaas, vroeg me steeds of ik ook zo uitzag naar De Dag, 5 december. Nee, ik zag er meer naar uit even een uurtje vrij te maken om de schoorstenen te kleuren of de sterren geel te maken in mijn mandala. Vijftig jaar en dan weer zo blij als een kind met wat sinterklaas brengt.

Pleintje

Ik zag tijdens het maken van de mandala, en in het resultaat, uiteindelijk veel van mijn jeugd terug. Ik woonde destijds in een huis aan een pleintje. Op dat pleintje werd door de kinderen veel gespeeld. Het was een hechte buurt. Elk jaar hadden we met z’n allen een wagen in de lokale carnavalsoptocht. Ik herinner me nog dat er een kinderfeest werd georganiseerd, met koekjes en limonade: ik trouwde op dat pleintje, met een poppensluier als bruidskleding op mijn hoofd, met één van de jongenstweeling die in een van de andere huizen aan het plein woonde. Mijn jeugd was veilig, onbekommerd, gelukkig, overzichtelijk. Tot ik reuma kreeg op mijn tiende.

Pijn

Vrij snel daarna zijn mijn ouders verhuisd naar een groter huis in een nieuwbouwwijk. Daar kon op de benedenverdieping een slaapkamer en badkamer voor mij worden gemaakt. Ik had opeens een chronische ziekte die mijn leven daarna volop mee vorm heeft gegeven. Weg de onbekommerdheid, met reuma doet het leven letterlijk pijn en je kunt niet meer meedoen met het gewone leven. Ik ben gelukkig wel een overlever, kon me ook al als kind aanpassen aan situaties waarbij ik niet mee kon doen. Ik hield veel de score bij als er gesport werd, mijn moeder bracht me naar school als ik niet kon fietsen van de pijn en ik wist dat ik na een proefwerkweek steevast twee weken met een vastzittende nek te kampen had. Met de komst van die reuma werd in een klap mijn jeugd heel anders, ondanks dat vermogen tot aanpassen was er toch veel verdriet en werd alles wat ik deed door die reuma veel ingewikkelder.

Klein geluk

Mijn eerste 10 jaren vormden samen een gelukkige jeugd. En ik zie die jeugdjaren terug in mijn sinterklaasmandala. Donker, een beetje spannend maar vol vertrouwen dat er iets moois gaat komen. Dat is er uiteindelijk ook wel gekomen, ondanks die reuma. Ik kan me momenteel zó gelukkig voelen als ik met het hele gezin aan de eettafel kan lachen om de gevatte opmerkingen van een van mijn zonen. Klein geluk, zomaar gekregen. Net als die kadootjes in je schoen vroeger, met sinterklaas.

NB: In gewijzigde vorm verscheen dit artikel in het blad van de Nederlandse Mandalavereniging, zomer 2014, nr 113.