Stap voor stap

Sinds kort heb ik op zolder een eigen kamer. Nou ja, meer een eigen tafel in een klein kamertje, waar de motor van het huisventilatiesysteem zachtjes snort, hoge kasten met spullen staan:  reservelampen, de vazen en bloempotten, mappen met handleidingen, oude fotoalbums. Ik had er nog niet veel zitten tekenen. Na het overlijden van mijn vader lukt het tekenen maandenlang niet zo goed. Maar op een dag ging ik er toch eens voor zitten, in dat eigen hoekje, onder het schuine dak. Ik had nieuwe fineliners gekocht, van verschillende dikte én zelfs eentje die als een soort kwast bij meer druk dikkere lijnen opleverde. Die bleek erg lekker te werken.

Ik had niet echt een vooropgezet plan. Ik trok wat cirkels in potlood en al snel had ik een soort wapperende krans getekend met die kwast-fineliner. Het lege midden vulde ik deels met bolletjes, een element waar ik persoonlijk graag aan werk. Ook die bolletjes bleken te moeten bewegen: onder de krans door. Waarom was ik nou juist dit aan het tekenen?

Kleine emoties

Het antwoord had toch weer met het overlijden van mijn vader te maken. Het ouderlijk huis stond te koop. Langzaam waren mijn broer en ik het aan het leeghalen. Ik was me ervan bewust dat ik me midden in een rouwproces bevond dat langzaam en eigenlijk erg stil verliep. Geen grote emoties maar een heleboel kleine. Het was bijvoorbeeld raar dat ik, na thuiskomst van mijn vakantie, niemand hoefde te bellen. Normaliter meldde ik mijn vader even met een kort telefoontje “we zijn weer in het land!”.

Ook kwam ik bij het afluisteren van mijn antwoordapparaat nog een oud bericht van hem tegen waarin hij me vroeg even terug te bellen. Na enkele maanden heb ik dit toch verwijderd. Zijn nummer in het telefoongeheugen maakte plaats voor een nummer van een vriendin. Ik stond er elke keer even bij stil. Het voelde alsof ik met al die kleine incidenten, zachtjes, langzaam en misschien wel wat verhuld en bedekt maar toch steeds meer definitief afscheid nam. En het voelde heel goed, dit was mijn manier. Ik ben ook heel voorzichtig met die mandala verder gegaan. Stap voor stap voegde ik nieuwe stukjes toe. Ik trok me soms een half uurtje terug in mijn hoekje en tijdens het eten koken, of ’s nachts als ik niet kon slapen, dacht ik over hoe ik verder moest. Welke kleuren, tot hoever gingen die bolletjes? Het midden bleef nog leeg. Dat kwam later wel.

Kleur

Groen leek me de mooiste kleur voor dat doek. Zacht, natuurlijk, een kleur waar ik me prettig bij voel. Toen dat er eenmaal stond moesten de bolletjes in tinten roze, oranje en rood. Aanvankelijk was ik wat verbaasd over de felheid van de kleuren. Maar ik dacht aan al die incidentjes, al die kleine momenten van afscheid. Ik heb een mooie jeugd gehad, heb aan mijn ouders en aan het ouderlijk huis veel goede herinneringen. Ik ging mijn bolletjes zien als herinneringen. Natuurlijk ook wat donkere (die werden blauw) maar merendeels licht en vrolijk. Sommige vervliegen, sommige blijven. Toen ik alles had ingekleurd bleef dat midden nogal leeg. Er moest nog iets. Ook dat werden bolletjes, maar nu niet naast elkaar maar over elkaar heen. Dat midden, daar was nog volop drukte. Daar zaten nog onverwerkte emoties, nog niet genomen stukjes afscheid, nog zaken waar ik niet aan had gedacht.

Het ouderlijk huis is ondertussen verkocht, helemaal leeggemaakt en de sleutel is overgedragen aan een jong gezin. Het was wennen dat die fysieke basis, dat huis, niet meer voor mij open stond.  Toen ik  deze tekening op mijn facebookpagina had gezet hoorde ik prompt van twee mensen die ‘m wel wilde hebben voor aan de muur. Maar ik sta ‘m niet af. Ik hou deze tekening graag even bij me. Want als ik ernaar kijk voel ik dat het goed is zo en dat sterkt me.

(Najaar 2018)