Verhaal van een slak

Enkele enerverende juni-dagen lang was ik een van de bijna 13.000 mensen op het het Eularcongres in Barcelona. Behandelaars, onderzoekers, ervaringsdeskundigen, allemaal bezig met betere behandelingen en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van allerlei soorten reuma. En ik was er ook, de winnaar van de Europese Edgar Stene Schrijfprijs, met een essay waarin ik mijn jeugd met reuma beschrijf.

Beetje beroemd

Het was bijzonder. Ik stond op het podium van een enorme zaal om mijn prijs op te halen, mijn hoofd en naam geprojecteerd op een aantal van die grote schermen voor de achterste rijen die zonder verrekijker het podium nauwelijks konden zien. Ik gaf interviews (ter plekke en vooraf  ). Ik had mijn eigen presentatie voor een gelukkig wat kleinere zaal helemaal onder controle. Ik was even een beetje beroemd, werd herkend, geprezen, gefeliciteerd, had leuke gesprekken met en hoorde lezingen aan van mensen van over de hele wereld.

Barcelona zelf heb ik nauwelijks gezien.

Want zoals ik al had verwacht: om acht uur ‘s avonds zat ik steeds goed moe op mijn hotelkamer. Gelukkig had ik potloden meegebracht. Na een half uurtje tekenen kon ik ontspannen naar bed. De volgende ochtend vertrok de shuttlebus immers vroeg weer richting congres. Elke dag groeide zo een slak in potlood. Ja, een slak. Ik had daar nog niet zo over nagedacht. Maar op het Barcelonese vliegveld stapte Patricia van Reumazorg Nederland in hetzelfde vliegtuig terug. We kletsten bij de gate wat over onze ervaringen. En zij constateerde dat die slak vast rust en vertraging bracht. Ik kon me zo even terugtrekken in mezelf. Dat was het!

Regelen

Ik had maanden naar dat congres toe geleefd, want al half maart hoorde ik dat mijn essay als beste van wel 18 Europese landen was beoordeeld. Ik maakte me vooral zorgen over de reis en of ik het fysiek allemaal wel aan zou kunnen. Dat bleek te regelen. Van aangevraagde assistentie op beide vliegvelden tot leenscootmobielen tijdens het congres tot een onbekende medereiziger die ik, weer terug op Schiphol, vroeg om mijn koffer van de band af te halen. Vooraf betwijfelde ik of ik het allemaal wel zou durven. Ik vind mezelf niet zo’n spreker, laat mij maar op mijn zolderkamertje in mijn eentje stukjes schrijven. Maar ik nam me voor me er gewoon in te gaan storten en dan maar zien hoe het zou lopen. En het liep allemaal prima, ik was in het congrescentrum welkom in een wereld vol gepassioneerde nieuwsgierige mensen.

Landen

Eenmaal weer thuis was ik moe, heel moe. En snipverkouden. Er zal in het vliegtuig wel een virusje hebben rondgezweefd. Ik was na die vier drukke dagen wellicht ook wat vatbaarder dan gewoonlijk. Ik heb mezelf ziek verklaard. Heb allerlei zaken die ik op had moeten pakken een week voor me uitgeschoven. Ik heb dat ziek-zijn aangegrepen om ook thuis nog even te vertragen, te ontspannen en weer te landen in de gewone wereld. Met het opnieuw tekenen van die de potloodslak, maar dan in aquarel. Het is geen gewone slak geworden. Ze wijkt een beetje af. Net als ik met mijn reumahanden, waarover ik volop heb gesproken tijdens mijn presentatie in Barcelona. Mijn vervormde handen die ik ooit wegstopte, niet wilde (laten) zien, maar heb leren waarderen en vertrouwen. Mijn kundige handen waarmee ik heerlijk kan tekenen en blogs kan schrijven, in alle langzame rust en in mijn eigen bubbel. Ik moet mezelf overigens eens gaan herdefiniëren. Ik bleek toch wel een spreker, ik heb het allemaal gewoon gedaan én gedurfd, zonder veel zenuwen. Laat die eigenaardige slak maar langzaam en standvastig weer verder schuiven.

juli 2025

Terug naar het blogarchief